Architect Hajo Schilperoort deed in samenspraak met
Stichting IBW onderzoek naar de opvattingen en tradities die voor een Bijzondere
Islamitische Begraafplaats van belang zijn en maakte op basis daarvan
een conceptontwerp, getiteld: Faradis, de ommuurde tuin.
Inleiding/plantoelichting
"Islamitische Begraven is zo snel mogelijk begraven, het waarborgen van
eeuwige grafrust en het begraven met het gezicht richting Mekka op de
rechterzij. Ook het ontwerp kan een bijdrage leveren aan
de islamitische identiteit. Hierbij zijn enkele uitgangspunten van
belang:
TUIN
'Faradis' betekent ommuurde tuin. Cultuurhistorisch gezien is de
tuin een beschermde oase van alles wat goed is in een onvergeeflijke
uitgestrekte woestijn. De tuin is diep verbonden met het begrip paradijs en is
dus bij uitstek geschikt voor het begraven en de dood.
KADER
Het voorschrift vanuit de islam is dat een begraafplaats
afgescheiden is. Normaal gesproken betekent dat: wat er binnen ligt, hoort
erbij, wat er buiten ligt niet. Het interessante bij een islamitische
begraafplaats is echter dat het werkelijke centrum, Mekka, geheel buiten het
kader ligt. Het is alsof we een foto nemen van een plek die zelf vooral naar een
plek daarbuiten doorverwijst. Alles is op een plek buiten het kader gericht. De
muur omkadert daarmee in eerste plaats leegte en afwezigheid.
LEEGTE
Deze leegte is echter geen leegte zonder meer: hij heeft
betekenis. Voor de nabestaanden geeft hij uitdrukking aan het verlies en gemis
van een dierbaar persoon. In religieus opzicht is het een manier van
doorverwijzen: de omkadering van leegte werkt altijd als een raam. Een
nadrukkelijke afwezigheid híer correspondeert met aanwezigheid dáár.
IMMATERIALITEIT
Islamitische architectuur kenmerkt zich door de
tekening en decoratie van het oppervlak. Zeker bij monumentale gebouwen als
moskeeën en paleizen zijn koepels, gevels en binnenmuren rijkelijk gedecoreerd.
Ook hekken, tapijten en schermen tonen een alomtegenwoordige aanwezigheid van
abstracte motieven (arabesken). Het gaat hierbij niet zozeer om versiering, als
wel om de overstijging van materialiteit. Een naakte stenen muur heeft een sterk
lijfelijk karakter. Maar een muur die met glanzend mozaïek bedekt is, of die
voorzien is van arabesken, kent geen materieel bestaan. De betekening van
het oppervlak onttrekt de materiële dimensie van het gebouw aan de beleving en
aan het zicht. En omdat de tekening abstract is, betekent hij zogezegd niets. Er
wordt doelbewust ruimte gelaten voor dat wat zelf geen lichaam of afbeelding
kent.
BESCHEIDENHEID
De Islam verheerlijkt het goddelijke. Het verheerlijken
van de mens, of een bepaald individu in het bijzonder (collectieve cultuur), is
ongepast. Het individu koestert in eerste instantie, en zeker ook na de dood,
zijn relatie met de oneindigheid. Pas daarna is er enige ruimte voor de eigen
persoon. De begraafplaats is in eerste instantie een plek van ingetogen
religiositeit, en pas dan van persoonlijk afscheid, herinnering en verdriet.
VREDIGHEID
Vredigheid is een belangrijk, zoniet het belangrijkste religieuze motief, en
is zeker op zijn plaats als het om begraven gaat. Om te voorkomen dat deze vrede
verstoord wordt door machinaal beheer, zal gebruik worden gemaakt van het
tijdloze natuurlijke alternatief: begrazing door een permanent aanwezige kudde
schapen (het schaap is in de Islam net als in het Christendom een symbool
van eenvoud, collectiviteit, rust en
vreedzaamheid)."
|